Station Vlissingen (vroeger: Vlissingen Haven) is het eindstation van de spoorlijn Roosendaal - Vlissingen (Staatslijn F ofwel Zeeuwse Lijn). Het ligt ten oosten van het stadscentrum van Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland, bij de veerhaven aan de Westerschelde. Het is een kopstation, het stationsgebouw staat direct achter de doodlopende sporen.
De Sloecentrale is een elektriciteitscentrale gevestigd in het haven- en industriegebied Vlissingen-Oost (Sloegebied) bij Ritthem in de Nederlandse provincie Zeeland.
De Noorderbegraafplaats is een begraafplaats aan de President Rooseveltlaan in de Nederlandse gemeente Vlissingen. De begraafplaats werd in 1924 aangelegd en heeft een onregelmatig grondplan met een oppervlakte van 55.300 m². Op de begraafplaats is ook een asstrooiveld.
De Grote of Sint-Jacobskerk is de hoofdkerk van de stad Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het gebouw staat op de Oude Markt; rondom lopen de straten Achter de Kerk, Branderijstraat en Lepelstraat. De oorspronkelijk rooms-katholieke kerk behoort sinds 1572 tot de Nederlands Hervormde Gemeente (sinds 2004 de Protestante Kerk in Nederland).
Groot-Abeele (Zeeuws: Groôt-Abeêle) is een buurtschap in de gemeente Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland. De buurtschap is gelegen ten noorden van Oost-Souburg en niet ver ten zuiden van de Middelburgse Erasmuswijk. Het bestaat uit een drietal straten, het bijna gelijknamige Grote Abeele, Abeelseweg Oost en de Abeelse Bongerd. In deze straten staan een paar huizen, waarvan sommige redelijk bezienswaardig zijn. Blikvanger is het negentiende-eeuwse herenhuis Huize Abeele, uit 1848. In vroeger tijden was Groot-Abeele een populaire pleisterplaats voor dagjesmensen uit Vlissingen en Middelburg. Er stonden drie herbergen, waarvan de Sevensterre en de Bellevue er twee waren. Klein-Abeele was een nog kleiner gehucht, enkele honderden meters ten noorden van Groot-Abeele aan de Oude Vlissingseweg. De laatste resten van dit gehucht zijn bij de inundatie van Walcheren in 1944 verdwenen.
Het Zeeuws maritiem muZEEum is een maritiem museum in het centrum van Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het museum is gelegen aan de jachthaven van de stad. Het is de opvolger van het Stedelijk Museum Vlissingen.
Fort Rammekens is een Nederlands fort bij Ritthem, bij de monding van het voormalige kanaal van Welzinge, dat toegang gaf tot de haven van Middelburg, op enkele kilometers ten oosten van Vlissingen aan de Westerschelde. Oorspronkelijk noemde men het fort ook wel Zeeburg. Tot de Franse tijd stond het fort half in de volle zee en was er bebouwing op aanwezig. Na die tijd heeft het fort veel van zijn oorspronkelijke allure verloren.
Vlissingen-Oost (Sloegebied) is het haven- en industriegebied dat ten oosten van de havenstad Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland, is gerealiseerd. De haven maakt samen met de haven van Terneuzen deel uit van North Sea Port (de grensoverschrijdende haven, ontstaan door de fusie van het Nederlandse Zeeland Seaports (Vlissingen &Terneuzen) en het Vlaams/Belgische Havenbedrijf Gent). Het gebied is tussen 1961 en 1964 ontstaan door het indijken van het Zuid-Sloe, vandaar dat ook vaak de naam "Sloegebied" wordt gebruikt. De havens van de stad worden nu gezien als de derde haven van Nederland.
De vuurtoren van Vlissingen is een vuurtoren op het Keizersbolwerk in de Nederlandse stad Vlissingen. Het doet dienst als havenlicht en sectorlicht.
De Pere is een korenmolen in Oost-Souburg in de Nederlandse provincie Zeeland. De molen werd in 1725 gebouwd ter vervanging van een standerdmolen. De molen stond tot de aanleg van het Kanaal door Walcheren op het grondgebied van West-Souburg. Tot 1966 bleef de molen in gebruik op windkracht waarna een moderne maalinstallatie in de molen werd geïnstalleerd. Na aankoop door de gemeente Vlissingen in 1983 werd de molen in 1987 weer geheel maalvaardig in gebruik genomen. Een beroepsmolenaar stelt de molen vrijwel dagelijks in gebruik.
De Gevangentoren op de boulevard in Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland, is een overblijfsel van de Westpoort uit de 16e eeuw. De toren die ook wel de 'Bomvrije' wordt genoemd is afwisselend opgebouwd uit lagen baksteen en natuursteen en voorzien van een spitse kap. Tegenwoordig is het rijksmonument in gebruik als café-restaurant.
De watertoren in Oost-Souburg, in de Nederlandse provincie Zeeland, is ontworpen door architect J.H.J. Kording en werd gebouwd in 1939. De watertoren heeft een waterreservoir van 450 m3. Tot de gemeentelijke herindeling van Walcheren in juli 1966 lag de watertoren in de gemeente Vlissingen, op enkele tientallen meters afstand van de gemeentegrens met Oost- en West-Souburg. In 1976 werd het stukje Vlissingsestraat waar de watertoren aan lag afgesloten voor het openbaar verkeer. De hoofdroute vanaf de A58 werd omgelegd richting de Sloebrug, die in 1978 zou worden geopend. Westelijk van de watertoren kwam er een nieuwe afslag vanuit de Bermweg en de Vlissingsestraat naar de A58/Sloeweg.
Vlissingen Souburg (spreek uit: Soeburg) is een spoorwegstation in het tot de gemeente Vlissingen behorende Oost-Souburg.
De Oranjemolen is een korenmolen en voormalige pelmolen aan de Oranjedijk in Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland. Door zijn ligging is deze molen zowel een goede windvanger als een blikvanger. Het is een stellingmolen die in 1699 is beschreven, en dus eerder gebouwd moet zijn. Sinds 1968 is de molen eigendom van de gemeente Vlissingen. Hij is gedekt met dakleer en heeft een vlucht van 24,50/24,60 meter. Sinds 2014 is de molen maalvaardig, en wordt nog gebruikt om op vrijwillige basis graan te malen. Van de 23 stadsmolens in Vlissingen is de Oranjemolen als enige overgebleven. Het is de dichtst bij zee staande molen van Nederland. Diverse malen heeft de molen te lijden gehad aan oorlogsgeweld. Een kogel afkomstig van de Engelse vloot in 1809 zou zich nog in de zuidwestkant van de molenmuur bevinden. Ook zijn nog sporen van de Tweede Wereldoorlog te vinden - de geallieerden landden in 1944 nabij de molen.
Het Dokje van Perry in Vlissingen is het oudste bewaard gebleven droogdok van Nederland en een van de oudste van West-Europa. Het is gebouwd in de jaren 1704-1705 naar een ontwerp van Engelsman John Perry uit 1697. Sinds 1964 geniet het dokje een beschermde status als rijksmonument hetgeen niet heeft verhinderd dat het droogdok in 1974 onder de grond is gewerkt. In 2010 is het dok weer uitgegraven en is begonnen met de restauratie. De kade langs de westzijde van het dok kreeg als straatnaam Dok van Perry.
Het Keizersbolwerk in Vlissingen is een vestingwerk uit 1548 dat in de Franse tijd werd uitgebreid waarbij het haar huidige vorm kreeg. Als zogenoemde 'Waterpoort' is het Keizersbolwerk de enige intacte stadspoort die nog rest in Vlissingen. Boven op het Keizersbolwerk staat sinds 1894 het standbeeld van zeeheld Michiel de Ruyter en sinds 1891 een vuurtoren voor de scheepvaart op de Westerschelde.
Het standbeeld van Michiel de Ruyter staat op Boulevard de Ruyter in zijn geboorteplaats Vlissingen, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het gietijzeren standbeeld uit 1841 is van de hand van de Vlaamse beeldhouwer Louis Royer. Op het beeld is De Ruyter te zien, staande op een scheepsdek met de rug naar het stuurwiel, met een kijker in de hand en de andere hand in de zij. Sinds jaar en dag doet in Vlissingen het verhaal de ronde dat De Ruyter, bij wijze van grapje van de beeldhouwer, een klein hondje onder de arm heeft. Vermoedelijk betreft het hier echter een rol papier. Het beeld wordt in de volksmond liefkozend 'Michieltje' genoemd. Ook de Hongaarse stad Debrecen heeft een standbeeld van de Vlissingse zeeheld. De Ruyter redde op 11 februari 1676 26 Hongaarse gereformeerde predikanten, die op een Spaans galjoen in de Middellandse Zee zaten, van de slavernij.